Meditatie als weg naar Eckhartiaanse gelatenheid
Terugblik openingslezing Huis voor de ziel (7 maart 2020)
'Gelatenheid is de deugd die maakt dat zelfzuchtige liefde kan transformeren in onbaatzuchtige liefde.' Dit is wat de filosoof en oud-hoofddocent cultuurfilosofie van de Universiteit Leiden, Gerard Visser, de aanwezigen voorhield op zaterdagmiddag 7 maart.
Het lijkt al weer een eeuwigheid geleden, deze middag op de valreep van de pre-coronatijd. Mediterenden verbonden met de World Community for Christian Meditation Nederland (WCCM) en andere in spiritualiteit geïnteresseerde mensen kwamen van heinde en verre in de Nicolaïkerk bijeen. Ze werden met zekere hand door Visser het denken van de middeleeuwse mysticus en theoloog Meister Eckhart (1260-1328) binnengeleid. Deze middag was een belangrijk moment, omdat hij het begin van een hopelijk lange en mooie samenwerking tussen het Huis voor de ziel, verbonden aan de Nicolaïkerk, en WCCM markeert.
In zijn lezing liet Visser zien dat gelatenheid, anders dan de associatie die het woord voor velen heeft, niets met passiviteit te maken heeft. ‘Bij Eckhart’, zegt Visser in een interview voor het dagblad Trouw (02-08-08), ‘is gelatenheid een houding waarbij ons denken, spreken en handelen niet wordt bepaald door zelfzuchtige motieven, maar wordt gedragen door een innerlijke stilte.'
Hij spreekt ook van een wijdte die de ziel omvangt. Die wijdte is een staat van pure ontvankelijkheid, die zich in ons kan openbaren, op voorwaarde dat we gelaten zijn. En gelaten wil zeggen dat je alle fixaties waarin je gevangen zit loslaat, dat je alles loslaat wat niet echt van binnenuit komt. Met andere woorden, als ontvankelijkheid in ons groeit, kan liefde worden geboren: de houding waarin de ander ander kan worden gelaten, dus zonder dat hij of zij door ons gemanipuleerd wordt om aan onze behoeftes te voldoen. Dit geldt ook voor de Ander met een hoofdletter.
Meditatie, zoals tweewekelijks in de meditatiegroep van Huis voor de ziel wordt beoefend, kan worden gezien als een praktische weg om fixaties en zelf-obsessie los te laten. Zó kunnen wij bijdragen aan het laten groeien van deze wijdte, deze ontvankelijkheid die uitbloeit in liefde.